Orthopedagoog
Al voor het kind op het ODC komt, ontmoeten ouders de orthopedagoog van de Klink. Ze heeft specifieke kennis over de opvoeding van kinderen met een beperking en biedt inhoudelijk ondersteuning aan begeleiders en ouders. Kriss Wijnands is de orthopedagoog van de Klink.
De orthopedagoog is betrokken bij het opstellen en evalueren van het ondersteuningsplan van het kind.
De betrokkenheid richt zich op het stimuleren van de ontwikkeling: lichamelijk, verstandelijk, sociaal en communicatief. Uitgangspunt zijn de eigen mogelijkheden en beperkingen van het kind, waarbij de mogelijkheden voorop staan. De orthopedagoog kijkt samen met de ouders en de begeleiders naar de interesses en initiatieven van het kind. Het doel hiervan is om helder te krijgen wat het kind wilt vertellen en welke mogelijkheden er zijn om de ontwikkeling te stimuleren. De draagkracht en het plezier van het kind staan hierbij voorop. Er wordt gewaakt voor het over- of ondervragen van het kind.
De orthopedagoog van het Orthopedagogisch Dag Centrum de Klink.
Een orthopedagoog heeft, middels een universitaire studie, kennis opgedaan over de opvoeding van kinderen met een beperking (bijvoorbeeld een ontwikkelingsachterstand, lichamelijke beperking, autisme) en over verschillende manieren waarop ouders en begeleiders hierbij ondersteuning kunnen krijgen.
In het Orthopedagogische Dag Centrum de Klink staat de vraag van het kind en diens ouders centraal. Naar aanleiding van vragen van de ouders, die zij namens hun kind stellen, observeren de begeleiders, therapeuten en de orthopedagoog samen met de ouders wie het kind eigenlijk is.
De orthopedagoog kijkt met begeleiders mee. Hierbij spelen vragen als:
• Wie is het kind?
• Welke mogelijkheden en beperkingen heeft het kind?
• Waar heeft het kind belangstelling voor?
• Welke eigen initiatief laat het kind zien?
• Wat wil het kind ons vertellen (ook als het kind niet praat)?
• Welke ingangen zijn er om ontwikkeling te stimuleren?
• Wat kan het kind op een bepaald moment in een bepaalde omgeving aan?
Hierbij is het doel dat het kind zich lekker voelt en dat de begeleiding tegemoet komt aan de draagkracht van het kind. Het is belangrijk om aan te sluiten bij wat het kind aankan en om het kind niet te overvragen of onder te stimuleren. De levensgeschiedenis van het kind en psychische of psychiatrische problematiek speelt een rol bij het stimuleren van de lichamelijke, verstandelijke, sociale en communicatieve ontwikkeling. Er wordt gestart bij het positieve, eigen initiatief van het kind en het kind wordt uitgelokt om dat steeds vaker te nemen. Eigenwaarde en zelfvertrouwen kunnen zo groeien.
Ook bij de groepsindeling wordt rekening gehouden met de hulpvraag van het kind en het emotionele niveau van functioneren.
Soms laat het kind gedrag zien dat voor de omgeving moeilijk te begrijpen is.
De orthopedagoog kijkt hier samen met ouders en begeleiders naar. Hierbij kan het handig zijn om videobeelden te gebruiken, met als doel:
• even afstand te nemen zodat we ons kunnen verplaatsen in het kind
• te kunnen zien welke functie dit gedrag heeft.
Vervolgens wordt er gezamenlijk gekeken naar ons eigen opvoedkundig handelen. Kan de situatie aangepast worden aan dat wat het kind nodig heeft?
Er wordt gezocht naar een benaderingswijze waardoor het kind “uit de verf“ komt en het gewenste gedrag leert zodat we: Plezier beleven in de omgang met elkaar!
Ouders die kiezen voor het plaatsen van hun kind op de Klink hebben een ontmoeting met de orthopedagoog voor aanvang van de plaatsing. Samen met de orthopedagoog worden de vragen van de ouders en de ondersteuningsbehoeftes met betrekking tot het kind geformuleerd.
De orthopedagoog ondersteunt de cliëntbegeleider bij het schrijven van het Ondersteuningsplan. Minimaal één keer per jaar zien de ouders en de orthopedagoog elkaar weer als zij gezamenlijk het ondersteuningsplan evalueren en een nieuw plan maken.
Mocht er extra diagnostiek voor het kind nodig zijn, dan zal de orthopedagoog dat samen met ouders en begeleiders doen. Eventueel kunnen externe adviseurs daarbij worden ingeroepen.
Het persoonsbeeld en het toekomstperspectief van het kind blijven onderwerp van het gesprek. Er wordt regelmatig geëvalueerd of ODC de Klink nog de beste plek is voor het kind. Zo nodig helpt de orthopedagoog bij de aanmelding van een vervolgvoorziening of een vorm van onderwijs.
Begeleiders van de groep, de orthopedagoog, therapeuten (zoals de ergotherapeut, logopedist en fysiotherapeut), spelbegeleiders en de AVG (Arts Verstandelijke Gehandicapten) werken zo samen met de ouders en het kind.
Mocht u vragen hebben dan kunt u die altijd stellen via de begeleiders van de groep of rechtstreeks aan de orthopedagoog. Het e-mailadres van Kriss is: [email protected]
De orthopedagoog is betrokken bij het opstellen en evalueren van het ondersteuningsplan van het kind.
De betrokkenheid richt zich op het stimuleren van de ontwikkeling: lichamelijk, verstandelijk, sociaal en communicatief. Uitgangspunt zijn de eigen mogelijkheden en beperkingen van het kind, waarbij de mogelijkheden voorop staan. De orthopedagoog kijkt samen met de ouders en de begeleiders naar de interesses en initiatieven van het kind. Het doel hiervan is om helder te krijgen wat het kind wilt vertellen en welke mogelijkheden er zijn om de ontwikkeling te stimuleren. De draagkracht en het plezier van het kind staan hierbij voorop. Er wordt gewaakt voor het over- of ondervragen van het kind.
De orthopedagoog van het Orthopedagogisch Dag Centrum de Klink.
Een orthopedagoog heeft, middels een universitaire studie, kennis opgedaan over de opvoeding van kinderen met een beperking (bijvoorbeeld een ontwikkelingsachterstand, lichamelijke beperking, autisme) en over verschillende manieren waarop ouders en begeleiders hierbij ondersteuning kunnen krijgen.
In het Orthopedagogische Dag Centrum de Klink staat de vraag van het kind en diens ouders centraal. Naar aanleiding van vragen van de ouders, die zij namens hun kind stellen, observeren de begeleiders, therapeuten en de orthopedagoog samen met de ouders wie het kind eigenlijk is.
De orthopedagoog kijkt met begeleiders mee. Hierbij spelen vragen als:
• Wie is het kind?
• Welke mogelijkheden en beperkingen heeft het kind?
• Waar heeft het kind belangstelling voor?
• Welke eigen initiatief laat het kind zien?
• Wat wil het kind ons vertellen (ook als het kind niet praat)?
• Welke ingangen zijn er om ontwikkeling te stimuleren?
• Wat kan het kind op een bepaald moment in een bepaalde omgeving aan?
Hierbij is het doel dat het kind zich lekker voelt en dat de begeleiding tegemoet komt aan de draagkracht van het kind. Het is belangrijk om aan te sluiten bij wat het kind aankan en om het kind niet te overvragen of onder te stimuleren. De levensgeschiedenis van het kind en psychische of psychiatrische problematiek speelt een rol bij het stimuleren van de lichamelijke, verstandelijke, sociale en communicatieve ontwikkeling. Er wordt gestart bij het positieve, eigen initiatief van het kind en het kind wordt uitgelokt om dat steeds vaker te nemen. Eigenwaarde en zelfvertrouwen kunnen zo groeien.
Ook bij de groepsindeling wordt rekening gehouden met de hulpvraag van het kind en het emotionele niveau van functioneren.
Soms laat het kind gedrag zien dat voor de omgeving moeilijk te begrijpen is.
De orthopedagoog kijkt hier samen met ouders en begeleiders naar. Hierbij kan het handig zijn om videobeelden te gebruiken, met als doel:
• even afstand te nemen zodat we ons kunnen verplaatsen in het kind
• te kunnen zien welke functie dit gedrag heeft.
Vervolgens wordt er gezamenlijk gekeken naar ons eigen opvoedkundig handelen. Kan de situatie aangepast worden aan dat wat het kind nodig heeft?
Er wordt gezocht naar een benaderingswijze waardoor het kind “uit de verf“ komt en het gewenste gedrag leert zodat we: Plezier beleven in de omgang met elkaar!
Ouders die kiezen voor het plaatsen van hun kind op de Klink hebben een ontmoeting met de orthopedagoog voor aanvang van de plaatsing. Samen met de orthopedagoog worden de vragen van de ouders en de ondersteuningsbehoeftes met betrekking tot het kind geformuleerd.
De orthopedagoog ondersteunt de cliëntbegeleider bij het schrijven van het Ondersteuningsplan. Minimaal één keer per jaar zien de ouders en de orthopedagoog elkaar weer als zij gezamenlijk het ondersteuningsplan evalueren en een nieuw plan maken.
Mocht er extra diagnostiek voor het kind nodig zijn, dan zal de orthopedagoog dat samen met ouders en begeleiders doen. Eventueel kunnen externe adviseurs daarbij worden ingeroepen.
Het persoonsbeeld en het toekomstperspectief van het kind blijven onderwerp van het gesprek. Er wordt regelmatig geëvalueerd of ODC de Klink nog de beste plek is voor het kind. Zo nodig helpt de orthopedagoog bij de aanmelding van een vervolgvoorziening of een vorm van onderwijs.
Begeleiders van de groep, de orthopedagoog, therapeuten (zoals de ergotherapeut, logopedist en fysiotherapeut), spelbegeleiders en de AVG (Arts Verstandelijke Gehandicapten) werken zo samen met de ouders en het kind.
Mocht u vragen hebben dan kunt u die altijd stellen via de begeleiders van de groep of rechtstreeks aan de orthopedagoog. Het e-mailadres van Kriss is: [email protected]